Ik dacht altijd dat ik de enige was die hier last van heeft. Ik heb altijd geleerd om niks te beloven wat je niet kan waarmaken, dus dat doe ik dan ook niet. Als ik iets niet kan of niet op het niveau wat van mij verwacht wordt, dan geef ik dat altijd aan. Maar toch is er altijd dat stemmetje in mijn achterhoofd: ‘O jee, straks komen ze erachter dat ik gewoon niet goed genoeg ben!’
Tijdens een gesprek met één van de dames van ‘How to be a businesswoman’ kwam ik erachter dat ik absoluut niet de enige ben. Vooral vrouwen hebben hier last van én het heeft zelfs ook een naam: het Imposter Syndrome. Het Imposter Syndrome betekent dat je het gevoel hebt dat je een fraudeur bent, terwijl je dat niet bent. Ook wanneer mensen je complimenten geven, blijf je denken dat je geluk hebt gehad of dat het een kwestie was van de juiste timing.
Zo ver gaat het bij gelukkig niet. Als ik een compliment krijg op mijn werk, dan ben ik wel degelijk trots en besef ik wel dat ik dat maar mooi gedaan heb. Maar ik wil wel van dat gevoel van onzekerheid af zodra ik werk aanlever bij een klant. Of als ik een sollicitatiebrief verstuur. Hoe doe ik dat?
Op internet bleek er verbazend veel te vinden te zijn over het Imposter Syndrome. En ook hoe je dat gevoel kan verminderen. Ik heb een top 3 voor je geselecteerd.
Fouten maken blijft menselijk. De beste voetballers missen ooit wel eens keer een schot voor open doel. Beurshandelaren verliezen geld op de beurs. Dat betekent niet dat je gelijk niks meer kan. Los je fout op, excuseer jezelf en neem het mee als een les voor de volgende keer.
Neem complimenten in ontvangst en wees niet te bescheiden. Als je goed werk hebt geleverd, dan mag dat best erkend worden. In de eerste plaats door jezelf! Schrijf desnoods je successen op en bekijk ze wanneer je Imposter Syndrome weer de kop opsteekt.
Doe je wel het werk wat je echt wilt? Wat je echt leuk vindt om te doen? Doe je werk wat je altijd hebt willen doen, dan versterk je daarmee je zelfvertrouwen, waardoor het Imposter Syndrome minder de kans krijgt om naar voren te komen. Nu ik als freelance tekstschrijver werk, heb ik soms nog mijn twijfels (dat zit gewoonweg in mijn karakter), maar al een heel stuk minder als toen ik net begon. Uiteraard snap ik dat het niet zo makkelijk is om ‘zomaar’ van baan te wisselen, maar het serieus erkennen dat je eigenlijk niet op je plaats zit, kan al een stap in de juiste richting zijn.
Deze drie tips hebben mij al een eind op weg geholpen! Ik hoop dat ze jou ook helpen om van dit soms toch wel nare gevoel af te helpen. En onthoud: ‘Accepteer dat er dingen zijn die je niet weet, dat er dingen zijn die je nooit zal weten en dat er dingen zijn waarvan je besluit dat je ze kan leren.’
Reacties (4)
Linda Boon:
31 mrt 2015 om 22:23
Ja dit herken ik wel degelijk, maar ik besef ook dat ik eigenlijk iets te zelfkritisch en perfectionistisch ben. Dat zijn weer mooie karaktertrekken, maar ja, die twijfel he. Ik houd mijn twijfels voor mezelf, want ook wanneer ik iets moeilijk vind, maar weet dat ik het kan, probeer ik zelfverzekerd te vertellen dat ik ervoor ga zorgen.
Corina Kuijlen:
01 apr 2015 om 09:25
Volgens mij hebben perfectionisten ook meer last van die twijfels. Goed van je dat je zelfverzekerd vertelt dat je het kan. Dat probeer ik ook altijd, maar als de twijfel toch te sterk wordt, dan geef ik dat wel aan. Voor mij werkt dat in ieder geval!
Linda:
01 apr 2015 om 13:24
Wat leuk dat dat gevoel zelfs een naam heeft, ik dacht ook altijd de enige te zijn die er last van heeft.
Jolande Rommens-Musquetier:
08 apr 2015 om 19:59
Ik heb eens gelezen dat zelfs Jody Foster, die toch een uitstekend actrice is, last heeft van dit imposter syndrome. Het hangt vaak samen met perfectionisme, het nooit of zelden goed genoeg vinden van wat je doet wat weer ontstaat uit onzekerheid. Die onzekerheid maakt dat je je fouten zo graag wilt voorkomen uit angst voor vervelende consequenties. Uiteindelijk kan het erg verlammend werken als je niet oppast. Goed dat je hier een artikel over schrijft!
Plaats een reactie